‘Officieel is dit mijn vierde week in dienst bij DSP, maar we kennen elkaar al langer. Zal ik beginnen bij het begin? Ik heb de opleiding Cultureel Erfgoed aan de Reinwardt Academie gedaan en via de opleiding kwam ik tijdens het schrijven van mijn Bachelorscriptie, in 2017, in de oude Houthaven terecht. Hier leefden verschillende belangen: De bewoners van de woonboten die in de haven liggen, wilden blijven en het initiatief “Goud voor Hout” vond dat het bedrijvige karakter van de haven bewaard moest blijven. In het kader van mijn scriptie heb ik met zowel bewoners en ondernemers, als met de gemeente gesproken en op basis van de gesprekken heb ik een adviesrapport aan de gemeente geschreven. Een van de belangrijkste aanbevelingen was: Doe meer met de inzet en energie van de betrokkenen. Als je gaat voor burgerparticipatie, practice what you preach! De betrokken ondernemers hadden bijvoorbeeld een prachtige krant met uiteenlopende verhalen over de haven gemaakt en daar heeft de gemeente uiteindelijk niets mee gedaan.

Anderhalf jaar na het afronden van dit onderzoek, kreeg ik een mailtje van Annelies van der Horst die ik in dit proces had leren kennen en waar ik een goede klik mee had. DSP-groep had een offerteverzoek van het Ministerie van OCW gekregen en de RCE (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, red.), omdat deze partijen advies willen over de mogelijke implicaties van invoering van het Verdrag van Faro in Nederland. Of ik niet voor een dag in de week aan dit onderzoek wilde meewerken?

Ik heb geen moment getwijfeld, het paste precies bij het punt waarop ik stond. Die maand begon ik voor mijn master Antropologie net aan een onderzoek naar hoe Syrische vluchtelingen in Amsterdam zich via erfgoed, kunst en cultuur maatschappelijk mobiliseren. Het Verdrag van Faro gaat over de relatie tussen cultureel erfgoed en burgerparticipatie dus ik zag veel raakvlakken.

Het meest inspirerende deel van het Faro-project, dat nog steeds loopt, vind ik het doen van interviews. Spreken met mensen vind ik een van de mooiste dingen die er is. Tijdens mijn opleiding heb ik geleerd hoe ik de respondenten de richting kan laten bepalen, terwijl ik in mijn achterhoofd weet welke kant ik op wil en aanvoel hoe ik daar kan komen. Als die interviews dan ook nog gaan over initiatieven waar mensen zich met zoveel passie, energie en liefde voor inzetten, word ik daar helemaal gelukkig van.

Zelf werk ik, naast drie dagen voor DSP, nog voor museum Het Schip, een socialistisch woningbouwcomplex dat volgens de Amsterdamse School is gebouwd. Nergens in de stad vind je een andere plek waar de verhalen van industrialisatie, stadsontwikkeling en volkshuisvesting zo mooi samenkomen. Hoewel ik hiervoor betaald krijg, herken ik het gevoel van betrokkenheid bij een plek en voel ik me hier emotioneel mee verbonden. Daarnaast zie ik hier regelmatig de maatschappelijke meerwaarde die dit cultureel erfgoed heeft, bijvoorbeeld op programmadagen waarop buren stekjes kunnen uitwisselen of op een tentoonstelling over de Amsterdamse School in Nederlands-Indië.

In mijn ogen gaan die twee banen nu dus heel mooi naast elkaar. Ik denk dat DSP goed bij mij past, omdat ik na de eerste weken in dienst al duidelijk voel dat dit een plek is waar ik dingen uit mag proberen en mezelf kan ontwikkelen. Op welke thema’s en welke aspecten van het werk, weet ik nog niet precies, maar dát ik veel ga leren, weet ik zeker.’

Lotte Hopstaken - Robert Lagendijk 2020-1402