Richting de Doe-democratie

Het kabinet Rutte II wil ruimte en vertrouwen bieden aan maatschappelijk initiatieven en actief bijdragen aan de transitie naar meer doe-democratie (een vorm van meebeslissen van burgers door zelf maatschappelijke vraagstukken op te pakken). In de nota De Doe-democratie (2013) geeft het kabinet de sporen aan waarlangs het de deelname van burgers

aan maatschappelijke activiteiten wil stimuleren.
Enerzijds het in positie brengen en (via platforms) faciliteren van burgers. Anderzijds vergroten van het aansluitingsvermogen van de overheid. Vanuit de gedachte dat de doe-democratie een ontwikkeling is die vanuit de samenleving en de burgers begint.

Evaluatie beleidsinzet burgerschap en doe-democratie

In opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voerde DSP-groep en Decisio een evaluatie uit van de beleidsinzet op het terrein van burgerschap en doe-democratie.

Uit deze evaluatie blijkt dat de uitgevoerde activiteiten in de periode 2012-2016 en betrokkenheid van BZK voor een versnelling van de doe-democratie heeft gezorgd. Dit is gedaan door partijen bij elkaar te brengen, ervaring te laten delen, experimenten op te zetten, kennis te ontwikkelen door onderzoeken te initiëren en door inzet van verschillende communicatiemiddelen. Met deze activiteiten is een eerste stap richting bewustwording en kennisontwikkeling gezet en daarmee wordt gewerkt aan de transitie naar een doe-democratie.

Transitie naar doe-democratie met participerende overheid

Aan de andere kant concluderen we dat er nog veel moet gebeuren om de transitie naar een echte doe-democratie met een participerende overheid te realiseren. Deze transitie is een langetermijnproces. Zo blijkt dat er behoefte is aan maatschappelijk kapitaal, kennis en kunde en om van elkaar te leren. Een belangrijke uitdaging voor de komende periode is om meer (actieve) burgers, maatschappelijke partners en gemeenten te bereiken dan de relatief kleine groep koplopers.