Risicoanalyse integriteit bij kandidaat-wethouders

In 2019 heeft het ministerie van BZK de ‘handleiding basisscan integriteit voor kandidaat-bestuurders’ opgesteld om de werkwijze van de risicoanalyse te uniformeren. Inmiddels heeft het ministerie de voorbereiding van een wetsvoorstel ter hand genomen waarin de risicoanalyse wettelijk wordt verankerd. Daardoor ontstond behoefte aan informatie over de uitvoeringspraktijk van risicoanalyses bij gemeenten. Dit onderzoek, uitgevoerd door I&O Research en DSP-groep, biedt inzicht in de volgende punten:

  1. de mate waarin gemeenten risicoanalyses inzetten
  2. de methoden die zij daarbij toepassen
  3. hoe uitvoerders omgaan met de rapportage en privacy en
  4. wat de mogelijke effecten van de risicoanalyse zijn

Conclusies

Grote diversiteit

Het onderzoek laat zien dat het overgrote deel van de Nederlandse gemeenten risicoanalyses integriteit uitvoert voorafgaand aan de benoeming van wethouders. Dit gebeurt niet alleen bij de benoeming van nieuwe wethouders, maar ook bij herbenoeming en tussentijdse vervanging. De wijze waarop en hoe diepgaand gemeenten de risicoanalyse uitvoeren, verschilt sterk. Zo besteden veel burgemeesters de uitvoering van de risicoanalyse (deels) uit aan een externe partij vanwege de veronderstelde onafhankelijkheid en expertise (81% maakte in de afgelopen vier jaar gebruik van een extern bureau). Andere burgemeesters willen de analyse juist zelf deels of volledig uitvoeren omwille van de persoonlijke band tussen burgemeester en wethouder (bij 41% was de burgemeester (ook) betrokken bij de uitvoering).

Burgemeesters en wethouders overwegend positief

Het merendeel van de burgemeesters en wethouders is positief over de effectiviteit van de risicoanalyse om integriteitsrisico’s in kaart te brengen (resp. 92% en 89%) en om integriteitsbewustzijn te vergroten (resp. 97% en 81%). Uit de gesprekken blijkt dat wethouders de beheersmaatregelen (de maatregelen die een wethouder kan nemen om de integriteitsrisico’s te minimaliseren) doorgaans in de praktijk brengen. In een enkel geval gebeurt dit echter niet. In die voorkomende gevallen zeggen burgemeesters geen of nauwelijks bevoegdheden te hebben om de kandidaat te bewegen alsnog maatregelen te laten treffen.

Zwakte

Als zwakte van de risicoanalyse zien betrokkenen dat de uitvoerder van de risicoanalyse afhankelijk is van informatie die een kandidaat-wethouder zelf aanlevert. Het is in theorie mogelijk dat de kandidaat (bewust) belangrijke informatie achterhoudt en dat hierdoor risicovolle zaken niet aan het licht komen. Men is zich er ook van bewust dat de analyse een momentopname is, na benoeming van een wethouder kunnen er nieuwe risico’s ontstaan. Het is volgens de betrokkenen daarom belangrijk dat integriteit blijvend op de agenda staat.

Ondersteuning door aanvullende kwaliteitsstandaard

Er zijn op basis van dit onderzoek ook aanwijzingen dat de kwaliteit van risicoanalyses in sommige gevallen mogelijk beperkt is. Een sprekend voorbeeld is een situatie waarin de burgemeester zag dat het externe bureau belangrijke informatie over de kandidaat had gemist. Er is daarom behoefte aan een ‘kwaliteitsstandaard’, aanvullend op de huidige handleiding. Hiermee moeten gemeenten kunnen bepalen of de kwaliteit van de uitvoering voldoende is. Deze kwaliteitsstandaard moet volgens de betrokkenen niet inhouden dat er geen ruimte meer is voor maatwerk.

Meer lezen?

DSP-groep onderzocht ook de ervaringen met de handleiding basisscan integriteit bestuurders

Meer weten over de evaluatie van de risicoanalyse?

Neem dan contact op met Manja Abraham. Ze vertelt je er graag meer over.