Op basis van praktijkvoorbeelden onderzochten SiRM en DSP-groep of de maatschappelijke meerwaarde van arbocuratieve zorg hoger is dan de kosten.
Wat is arbocuratieve zorg?
Op dit moment is het nog niet vanzelfsprekend dat iedereen toegang heeft tot arbocuratieve zorg. Hiermee bedoelen we de zorg die tot stand komt door de samenwerking tussen de curatieve zorg en de bedrijfsgezondheidszorg. Het doel van deze zorg is om ziekte, die mede veroorzaakt of verergerd wordt door werkgerelateerde factoren, optimaal te herkennen, behandelen en voorkomen. Daarnaast richt de zorg zich op het bevorderen van arbeidsparticipatie voor werk(zoekenden) met een (chronische) aandoening en het voorkomen van uitval.
Initiatieven in Nederland
In Nederland zijn er verschillende tijdelijke en relatief kleinschalige initiatieven geweest om arbocuratieve zorg te organiseren, vaak gericht op specifieke aandoeningen. Een voorbeeld hiervan is een interdisciplinair arbeidsrevalidatieprogramma voor subacute of chronische musculoskeletale pijn (CMP), uitgevoerd door zeven revalidatiecentra tussen 2014 en 2018. Een ander voorbeeld is de methodiek Individuele Plaatsing en Steun (IPS), die mensen met ernstige psychische aandoeningen (EPA) ondersteunt bij het vinden en behouden van werk. In de praktijk blijven de curatieve zorg en de bedrijfsgezondheidszorg echter vaak gescheiden, terwijl de voordelen van samenwerking groot zijn voor zowel patiënten als werknemers. Arbocuratieve zorg kan bijdragen aan de kwaliteit van leven, de (ervaren) zorgkwaliteit verbeteren en helpen om de druk op de arbeidsmarkt te verlichten.
Tentatieve business case laat zien: arbocuratieve zorg loont!
Om te onderzoeken of arbocuratieve zorg financieel voordelig is, hebben we een tentatieve maatschappelijke businesscase opgesteld. Deze is gebaseerd op de eenvoudige variant van arbocuratieve zorg, zoals beschreven in de module Arbeidsparticipatie voor medisch-specialistische richtlijnen. Uit de analyse bleek dat de baten al snel opwegen tegen de kosten. Dit is al het geval wanneer slechts 1 op de 10 patiënten die arbocuratieve zorg ontvangt, één dag eerder aan het werk gaat. De eenvoudige vorm van arbocuratieve zorg blijkt dus al snel maatschappelijk rendabel. De baten omvatten onder andere minder beroep op curatieve zorg door een kortere behandelduur, hogere patiënttevredenheid, sneller herstel en terugkeer naar werk na ziekte, en een grotere kans op werk voor werklozen. Het is echter nog onduidelijk of de baten altijd opwegen tegen de kosten. Om een vergelijkbare businesscase te maken voor de intensievere vormen van arbocuratieve zorg, is meer inzicht nodig in de effectiviteit van deze zorg, evenals in de werkelijke kosten en baten.
“Baten kunnen al opwegen tegen de kosten wanneer 1 op de 10 patiënten één dag eerder aan het werk gaat.”
Het bleek niet haalbaar, en ook niet wenselijk, om één maatschappelijke businesscase voor arbocuratieve zorg op te stellen, vanwege de grote diversiteit in de organisatie van deze zorg en de verschillende patiëntgroepen.
Samenwerken gaat niet vanzelf
We hebben dertien verschillende praktijkvoorbeelden onderzocht, waarbij we de werkwijze van de samenwerking, de behaalde resultaten, de ervaringen van de betrokkenen, en de kosten en baten in kaart hebben gebracht. Hieruit blijkt dat de (maatschappelijke) baten niet altijd op een kwantitatieve manier onderbouwd zijn, en dat veel initiatieven nog steeds sterk afhankelijk zijn van intrinsieke motivatie en de overtuiging van de betrokkenen dat hun werkwijze bijdraagt aan betere zorg. Er zijn verschillende knelpunten die het lastig maken om arbocuratieve zorg te leveren. Zo komen de baten vaak niet terecht bij de partijen die de kosten dragen. Partijen en zorgverleners uit beide zorgsystemen hebben elkaar niet nodig om goed te functioneren binnen hun eigen systeem. Hierdoor ervaren zij geen positieve prikkel om samen arbocuratieve zorg te leveren, en evenmin een negatieve prikkel wanneer ze dat niet doen. We adviseren dan ook om deze prikkels te creëren, bijvoorbeeld door (terugkeer naar) werk te bespreken in de behandelkamer en het als behandeldoel en uitkomstmaat te gebruiken.
Hoe verder? Impact van het rapport
Het rapport is in november 2024 gepresenteerd aan de Tweede Kamer. Het inzicht dat de baten al opwegen tegen de kosten wanneer 1 op de 10 patiënten één dag eerder weer aan het werk gaat, wordt gezien als een belangrijke bevinding. Dit is vooral relevant gezien de toenemende druk op de arbeidsmarkt, de schaarste aan zorgpersoneel en de stijgende maatschappelijke en collectieve zorgkosten. De uitkomsten zijn ook gepresenteerd op het congres ‘Dag van Arbeid en Gezondheid’ in Den Haag op 27 november 2024, georganiseerd door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) in samenwerking met Patiëntenfederatie Nederland.
Voor de volgende stappen wacht het ministerie van SZW op de uitkomsten van een ander onderzoek, uitgevoerd door de NVKA in samenwerking met het Kennisinstituut Medisch Specialisten (KIMS) en de NVAB, gericht op het ontwikkelen van een arbeidsgericht zorgmodel. Daarnaast overweegt het ministerie verdere stappen in de samenwerking met het ministerie van VWS.
Meer lezen?
- Link naar de kamerbrief: Aanbiedingsbrief bij diverse onderzoeksrapporten op het gebied van gezond en veilig werken | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl
- Of lees het rapport Kosten en baten arbocuratieve zorg
Meer weten?
Neem contact op met Lotte of Tobias, zij staan je graag te woord!
Of lees meer over: