Mia Dieters waagt na 13,5 jaar DSP de sprong in het onbekende. Ze stopt als partner en neemt de tijd om te ontdekken wat haar volgende stappen zijn. Waarschijnlijk wil zij zich nog meer op de combinatie wonen en zorg richten. Maar waarop precies en waar? De antwoorden komen later. Nu rijdt Mia met een bakfiets met koffie en thee langs dakloze mensen, schaatst ze vaker en werkt ze al maanden aan hetzelfde beeld.
Bijna veertien jaar is een lange tijd. Hoe hebben de jaren bij DSP jou veranderd?
‘Ik zie mijn tijd bij DSP als twee periodes. De periode waarin ik nog geen partner was en de periode waarin ik partner was. Ik begon als senior medewerker op leefbaarheid en de gebouwde omgeving. De financiële crisis begon toen ook net bij overheden door te dringen. Er werd minder gebouwd. De aandacht van gemeenten verschoof naar de decentralisaties van de Wmo en Jeugdwet en de extra taken die zij zouden krijgen. Zo ben ik in het welzijn en zorgdomein gerold. Voor de provincie Noord-Holland heb ik me toen met de combinatie wonen en zorg bezig gehouden – daar is dat zaadje geplant.’
Hoe veranderde dit nieuwe domein jouw manier van kijken of werken?
‘Meer dan bij het Ministerie VROM (nu BZK) en de woningcorporatie, waar ik vóór DSP voor werkte, waren de projecten die ik deed gericht op het ondersteunen van kwetsbare groepen. Huisvesting was één van de onderdelen van die ondersteuning. In diezelfde tijd raakte een kennis van mij dakloos en zag ik van dichtbij dat er niet heel veel voor nodig is om opeens in een totaal andere situatie te zitten. Ik merkte: dit is waar mijn hart echt naar uitgaat, iets voor mensen in dit soort situaties betekenen. Dat doe ik het liefst door gemeenten, zorgaanbieders en woningcorporaties te begeleiden om goed samen te werken. Dat is niet altijd een heel makkelijke dynamiek, maar wel een heel interessante. De partijen zien het ondersteunen van kwetsbare groepen als een gezamenlijke verantwoordelijkheid, maar benaderen de vraagstukken die daarmee gepaard gaan heel verschillend.’
Je bent bijna 7 jaar partner geweest. Een van de dingen die je hierover in een eerder interview zei was: “Ik heb geleerd dat dingen altijd anders lopen, maar dat je altijd voor ogen moet houden wat je echt belangrijk vindt. Daar moet je geen compromissen sluiten.” Waar heb je je als partner hard voor gemaakt?
‘Wat ik heel mooi vind is dat we stappen hebben gezet in opleiding en ontwikkeling. De medewerkers zijn de motor van DSP. We bieden mensen niet alleen opleiding en training als het nodig is, maar moedigen iedereen aan om na te denken over hun ontwikkeling en daarin stappen te ondernemen. De organisatie is denk ik ook nog minder hiërarchisch geworden. In een niet-hiërarchische organisatie werken bevalt me heel goed.’
Waarom vertrek je?
‘Ik vond het moeilijk om DSP te verlaten, maar de belangrijkste reden is dat ik weer meer de inhoud in wil duiken. Daar komt bij dat DSP nu goed staat. Ik heb een bijdrage mogen leveren aan het ontwikkelen van deze mooie organisatie en nu loopt het ook wel zonder mij. Ik ben benieuwd wat er binnen wonen en zorg nog meer te doen valt en waar. Het voelt heel goed dat ik nu die ruimte neem om dat te ontdekken.
Waar heb je het meest zin in?
Ik heb veel zin om meer de vertraging in te gaan. De rust voel ik al wel, maar ik heb me nog niet verveeld. Onlangs ben ik als vrijwilliger met de ‘Koffiets’ op stap geweest: met een bakfiets met koffie en thee langs mensen die dakloos zijn. We lossen niets op, maar we bieden koffie, thee en een broodje en een luisterend oor. Dat vond ik hartstikke leuk. Verder ga ik door met beeldhouwen. Beeldhouwen vraagt om een andere blik; je maakt niet iets, je haalt iets weg. Ik houd ervan om nieuwe dingen en nieuwe manieren van kijken te leren. Ik vind het heel spannend en leuk dat de komende tijd niet vastligt.
Tot slot, wat wens je DSP toe?
‘Nou, dat het zo goed blijft gaan als het nu gaat. Dat het een mooie club mensen blijft die aan leuke projecten werkt. Of klinkt dat saai? Haha!’