DSP-groep voerde in het voorjaar van 2019 onderzoek uit naar de invoering van de bestuurlijke boete in de gemeente Rijswijk. Voor de gemeente Rijswijk werd onderzocht of de bestuurlijke boete een geschikt middel is voor de aanpak van kleine overtredingen in de openbare ruimte, welke randvoorwaarden er gelden voor het uitschrijven van de bestuurlijke boete en welke mogelijkheden er zijn om samen te werken met gemeenten in de regio voor de administratieve afhandeling van bestuurlijke boetes.
Aanpak overlast openbare ruimte
Kleine overtredingen in de openbare ruimte zoals foutieve bijplaatsingen van afval, zwerfafval en hondenpoep kunnen leiden tot grote ergernissen. Deze overtredingen zijn vaak lastig aan te pakken via het strafrecht en gemeenten krijgen tegenwoordig ook geen compensatie meer van het Rijk voor het opleggen van boetes via het strafrecht. Bestuursrechtelijke inzet wordt in de praktijk vaak als flexibel, laagdrempelig en relatief snelle oplossing beschreven, waarbij de boetes in de gemeentekas vloeien.
BSB en Bboor
In 2009 zijn twee relatief nieuwe sanctiemiddelen voor de aanpak van kleine ergernissen en overlast in het publieke domein ingevoerd: de bestuurlijke strafbeschikking overlast (BSB) en de bestuurlijke boete overlast openbare ruimte (Bboor). DSP voerde in 2012 een evaluatieonderzoek uit na deze sanctiemiddelen in opdracht van het WODC.
Gemeenten kunnen met de BSB zonder afhankelijkheid van de politie handhavend optreden tegen veelvoorkomende vormen van overlast. Boa’s kunnen net als opsporingsambtenaren van de politie zelfstandig strafbeschikkingen uitvaardigen, waarbij het Openbaar Ministerie (OM) toeziet op de toepassing en het verzet afhandelt.
Met de (Bboor) krijgen gemeenten nog meer zelfstandige bevoegdheid om op te treden. Het belangrijkste verschil met de BSB is dat de Bboor geen strafrechtelijk instrument is en gemeenten dan ook zelf zorg moeten dragen voor het invorderen van de boete en afhandeling van bezwaar en beroep. Toepassing van beide instrumenten is overigens niet mogelijk.
Toepassing Bboor
De bestuurlijke boete als alternatief voor de BSB wordt tot op heden weinig toegepast. Op dit moment passen alleen de gemeenten Amsterdam, Arnhem, Den Haag, Maassluis en De Fryske Marren het instrument toe. De belangrijkste redenen om de Bboor toe te passen zijn de financiële component (betaalde boetes gaan naar de gemeentekas), maar voornamelijk inhoudelijk. Gemeenten stellen een hogere kwaliteit en inningspercentage te kunnen halen, omdat de hele keten door de gemeente zelf wordt gedaan.
Voor de gemeente Rijswijk kan de bestuurlijke boete een goed middel zijn voor een effectievere handhaving van kleine overtredingen in de openbare ruimte. Voor een positieve businesscase is het dan echter wel noodzakelijk om voor het administratieve proces samen te werken met andere gemeenten. Uit het onderzoek komt naar voren dat kleine aanpassingen in het strafrechtelijke traject dezelfde verbeteringen kunnen opleveren voor een effectievere handhaving. Vanwege de investeringen die gedaan zouden moeten worden om het proces met betrekking tot een bestuurlijke boete in te richten, is daarom geadviseerd eerst met het OM naar lokale aanpassingen te kijken die de handhaving in Rijswijk ook effectiever maken.
Download hier de evaluatie uit 2012
Meer weten over de bestuurlijke boete?
Bel of mail dan met Oberon Nauta. Hij vertelt je graag meer.
Of lees meer over...