Flexibele toepassing sancties

Sinds de invoering van het adolescentenstrafrecht in 2014 is voor personen in de leeftijd van 16 tot 23 jaar een flexibele toepassing mogelijk van sancties uit het jeugd- en volwassenenstrafrecht. Afhankelijk van de condities ‘persoon van de dader’ en ‘omstandigheden waarin het feit is gepleegd’ kan bij een strafzaak tegen een jongvolwassene gekozen worden voor de toepassing van een sanctie uit het jeugdstrafrecht óf uit het volwassenenstrafrecht.

Sanctie uit het jeugdstrafrecht of niet?

Het ontwikkelingsniveau van een verdachte van 18 tot en met 22 jaar kan aanleiding zijn om een sanctie uit het jeugdstrafrecht op te leggen. De gedachte is dat bij sommige jongvolwassen daders sprake is van een ‘onvoltooide ontwikkeling’ en dat zij en de samenleving daarom beter af zijn met een sanctie uit het pedagogisch georiënteerde jeugdstrafrecht dan met een meer op vergelding gerichte sanctie uit het volwassenenstrafrecht. Zolang de jongere nog in ontwikkeling is, kan het gedrag van een verdachte makkelijker bijgestuurd worden en wordt de kans op herhaling kleiner. In de praktijk is er vaak onduidelijkheid over de vraag wanneer sprake is van onvoltooide ontwikkeling.

Begrip en toepassing verhelderen

DSP-groep heeft meegewerkt aan een onderzoek van Spanjaard Development & Training en de Universiteit van Amsterdam naar het begrip onvoltooide ontwikkeling en de wijze waarop dit gebruikt kan worden bij de toepassing van het adolescentenstrafrecht. Dit onderzoek vond plaats in opdracht van het WODC.

Jongvolwassenen zijn nog volop in ontwikkeling

Bij jongvolwassenen is er nog geen sprake van voltooide ontwikkeling. De ontwikkeling is nog in volle gang en blijft voortduren. Er zijn individuele verschillen in ontwikkeling, zowel wat betreft de leeftijd waarop bepaalde niveaus worden bereikt, als wat betreft het niveau dat maximaal bereikt kan worden. Aangezien er sprake is van een voortdurende ontwikkeling, is het beter om de vraag te stellen of en in hoeverre er sprake is van achterstand in de ontwikkeling, en of de adolescent zich verder kan en wil ontwikkelen.

Eén instrument voor alle ketenpartners

De instrumenten die het OM, de reclassering en het NIFP nu gebruiken, hebben aanpassing nodig om een goede inschatting te maken van de achterstand in de ontwikkeling van jongvolwassenen die verdacht worden van strafbare feiten. De wens is om tot één instrumentarium te komen dat door de verschillende ketenpartners gebruikt kan worden.

Rapport

Het onderzoek heeft een lijst opgeleverd met dertien dimensies en signalen van achterlopende ontwikkeling. Deze kunnen als uitgangspunt voor een nieuw instrumentarium worden gebruikt. Ook is het wenselijk om de gebruikte contra-indicaties voor toepassing van het adolescentenstrafrecht te herzien en procedures aan te passen. Kortom ook het adolescentenstrafrecht zelf  is nog altijd in ontwikkeling.

Meer weten over het onderzoek Achterlopende ontwikkeling?

Neem dan contact op met Wendy Buysse. Zij vertelt je er graag meer over.