Verwijsindex

De landelijke verwijsindex risicojongeren (VIR) is een digitaal informatiesysteem voor professionals in de jeugdsector om signalen samen te brengen en (boven)regionale gegevensuitwisseling mogelijk te maken. In de regio Noord-Holland Noord wordt gewerkt met de regionale variant: het instrument ‘Vroeg samenwerken In Noord-Holland Noord’ (VIN).

De VIN heeft tot doel:

  • Vroegtijdige signalering van jeugdigen die belemmerd worden in hun ontwikkeling
  • Faciliteren van vroegtijdige en onderlinge afstemming tussen professionals door informatie-uitwisseling
  • Bieden van tijdig passende hulp, zorg of bijsturing aan jeugdigen en hun gezinnen

In opdracht van de zeventien gemeenten in de regio Noord-Holland Noord heeft DSP-groep een evaluatieonderzoek uitgevoerd naar VIN.

Resultaten

Het aantal bij de VIN aangesloten organisaties en het aantal professionals dat gebruik maakt van VIN is de afgelopen jaren toegenomen. Vooral de kleinere organisaties zijn aangesloten. Grotere organisaties, zoals grote jeugdhulpinstellingen en gemeenten (wijkteams, onderwijsinspectie) waren dat al eerder. Ook het aantal signalen en matches is daarmee gegroeid.

Uit het onderzoek blijkt dat het gebruik van de VIN heeft geleid tot vroegtijdig signaleren, afstemming tussen professionals en meer passende hulp. De meerderheid van de respondenten vindt dat er in hun gemeente redelijk tot goed gebruik wordt gemaakt van VIN.

De professionals die een match hebben gehad, geven aan dat zij in twee op de vijf gevallen contact hebben gehad met één of meer andere professional(s). (Belangrijke reden om geen contact op te nemen met andere professionals is dat er al contact is.) Dit contact heeft volgens hen in een derde van de gevallen bijgedragen aan betere inzet van passende hulp, zorg of bijsturing. In een kwart van de gevallen heeft dit ook geleid tot het vroegtijdiger inzetten van hulp, zorg of bijsturing. Er is nog weinig zicht op in hoeverre de uiteindelijk ingezette hulp ook een positief effectief heeft voor de betreffende jongeren/gezinnen.

Een knelpunt echter is het ontbreken van een gezamenlijke visie over VIN. Er bestaat bijvoorbeeld geen eenduidigheid over wanneer door professionals een signaal ‘moet’ worden afgegeven. Andere knelpunten zijn de beperkte betrokkenheid van organisaties uit het voorveld en een onduidelijke taakomschrijving voor het relatiemanagement dat onder andere als doel heeft om het gebruik van VIN te stimuleren en nieuwe organisaties aan te laten sluiten bij het instrument. De onderzoekers doen een aantal aanbevelingen gericht op deze knelpunten.

Vervallen van de wettelijke verplichting

In de kamerbrief van 28 september 2022 wordt aangegeven dat de motie om de wettelijke verplichting af te schaffen door het ministerie van VWS wordt overgenomen. In de brief wordt ook aangegeven dat er zal worden gewerkt aan een plan waarin onder meer duidelijkheid geboden zal worden aan alle betrokken partijen over rechten en plichten tijdens de overgangsperiode waarin de wettelijke verplichting nog zal blijven bestaan. De onderzoekers tekenen echter aan dat voorlopig nog veel onduidelijkheid zal bestaan over wat er in de overgangsperiode zal veranderen. Voorlopig geldt de wettelijke verplichting voor gemeenten het gebruik van de verwijsindex te bevorderen.

Meer lezen?

Zie het rapport voor het volledige overzicht van de resultaten, conclusies en de daaruit volgende aanbevelingen.

Meer informatie over het proces van het wetsvoorstel en de wettelijke taken van gemeenten inzake de VIR is te vinden op de site van de VNG: Vragen en antwoorden Verwijsindex Risicojongeren (VIR) | VNG).

Meer weten over de evaluatie van VIN?

Neem dan contact op met Manja Abraham, Bram van Dijk of Maud Pluijm. Ze vertellen je er graag meer over.