De gemeente De Bilt ziet onafhankelijke cliëntondersteuning Wmo als een belangrijke schakel om ondersteuning te bieden aan inwoners die tussen wal en schip (dreigen te) vallen. Of het huidige aanbod daarin slaagt, en dus goed past bij wat de inwoners van De Bilt nodig hebben, was niet bekend. In opdracht van de gemeente voerde DSP-groep daarom een verkennend onderzoek uit naar de voor- en nadelen van het aanbod. Een belangrijke vraag daarbij was: zijn er kansen om het aanbod te verbeteren?

Kansen verbetering aanbod cliëntondersteuning

Uit de verkenning blijkt dat er mogelijkheid is om het aanbod te verbeteren. Twee belangrijke conclusies zijn:

  1. Er is maar één aanbieder gecontracteerd, waardoor er geen keuze is voor inwoners. Als een inwoner twijfelt over de onafhankelijkheid van de ondersteuning, is er geen alternatieve aanbieder waar iemand terecht kan.
  2. Cliëntondersteuning Wmo is er voor een groot aantal situaties waar inwoners mee te maken kunnen krijgen, op meerdere levensdomeinen (ook Jeugdwet en Participatiewet). De manier waarop de gemeente nu in (een deel van) haar uitingen communiceert naar inwoners over cliëntondersteuning, geeft dit niet goed weer.

Ook kan de cliëntondersteuning nog breder onder de aandacht worden gebracht en is het belangrijk dat de gemeente de kwaliteit (en de onafhankelijkheid) van de dienstverlening monitort.

Deze uitkomsten geven de gemeente goede aanknopingspunten om het beleid voor onafhankelijke cliëntondersteuning te herzien.

Onderzoeksaanpak

Voor uitvoering van het onderzoek is gebruik gemaakt van een analysekader Cliëntondersteuning. Dit analysekader is gebaseerd op de wettelijke vereisten en op recente inzichten uit het koplopersproject Cliëntondersteuning. Binnen het koplopersproject verbeteren gemeenten het aanbod, de vindbaarheid en de kwaliteit van cliëntondersteuning.

We hebben deskresearch uitgevoerd en gesproken met inwoners, een vertegenwoordiging van professionals werkzaam bij zorg- en welzijnsorganisaties, en met MEE als lokale aanbieder van cliëntondersteuning.

Meer weten over dit onderzoek?

Bel of mail dan met Lotte Hogeboom of Maud Pluijm. Zij vertellen je graag meer.