De Wet aanpak meervoudige problematiek sociaal domein, de WAMS, is in wording: een wet die de uitwisseling van persoonsgegevens in het sociaal domein regelt. Tegelijkertijd komen wij als onderzoekers van DSP met regelmaat voorbeelden van integrale samenwerking tegen waarbij uitwisseling van gegevens geen enkel probleem lijkt te zijn. Hoe zit dat? Is deze wet wel nodig? Christel Scholten en Lotte Hogeboom, allebei actief als senior onderzoekers op het gebied van zorg en welzijn, interviewden twee beleidsmedewerkers van het Ministerie van VWS die allebei betrokken zijn bij de wetsvoorbereiding.

Om mensen met meerdere problemen beter te kunnen helpen, is de Wet aanpak meervoudige problematiek in het sociaal domein (Wams) bij de Tweede Kamer ingediend. De Wams regelt dat gemeenten de wettelijke mogelijkheid krijgen om tot een gecoördineerde aanpak te komen voor mensen of gezinnen met meerdere problemen. Zo kan die hulp goed op elkaar worden afgestemd. Met dit wetsvoorstel kan ervoor gezorgd worden dat gemeenten en andere betrokken organisaties die deze gezinnen helpen, makkelijker gegevens kunnen uitwisselen. Zie voor detailinformatie over de Wams de brochure-wams.pdf (vng.nl)

We spraken met VWS beleidsmedewerkers Andre Schoorl (senior beleidsmedewerker DMO) en Suzanne Gordijn (jurist bij de Directie Jeugd) die beiden intensief werken aan de nieuwe wet. Het is voor hen een spannend moment, want het wetsvoorstel is net naar de Tweede Kamer gestuurd.

André Schoorl, senior adviseur Ministerie VWS
André Schoorl, senior adviseur Ministerie VWS

“Gemeenten zitten hier op te wachten. Het is typisch een wet die voortkomt uit de behoefte van gemeenten en professionals.”

Waar komt het idee voor de WAMS vandaan?

André: “De oorsprong ligt bij het Ministerie van BZK. Zij was verantwoordelijk voor de coördinatie rondom de decentralisaties van nieuwe taken in het sociaal domein (in 2015). Sinds deze decentralisaties werken gemeentelijke afdelingen veel meer samen, omdat veel doelgroepen met meerdere wetten te maken hebben. Bij het Rijk is dat anders. Het was lang geen automatisme dat departementen gezamenlijk beleid maken om knelpunten in de uitvoering weg te nemen. Al snel na de decentralisaties  is het idee ontstaan om die samenwerking met professionals in de uitvoering meer actief op te zoeken. Toen kwamen we er ook achter dat zowel in de Wmo, als in de Jeugdwet staat dat er integraal gewerkt moet worden volgens het mantra 1 gezin, 1 plan, 1 regisseur, maar dat er in de wetgeving zelf geen juridische grondslag opgenomen was om gegevens uit te wisselen tussen de verschillende domeinen. Toen is het initiatief ontstaan voor de WAMS.

In 2018 is de Tweede Kamer geïnformeerd over het voornemen om tot WAMS-wetgeving te komen. Toen was net het rapport van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) uit over gegevensuitwisseling in het sociaal domein. Strekking van dat rapport was dat de gegevensuitwisseling misschien wel de bedoeling was van de wet, maar dat dit niet juridisch is vastgelegd. Het staat simpelweg niet in de wet. Ook wees de AP er op dat toestemming in het sociaal domein vaak geen grondslag is voor de gegevensverwerking. De cliënt is immers afhankelijk van de overheid voor het krijgen van voorzieningen, waardoor van vrije toestemming vaak geen sprake is. Die omissie willen we nu corrigeren met de WAMS.”

Hoe kan het dat we in het land zien dat er veel initiatieven en aanpakken zijn die al persoonsgegevens uitwisselen? Een voorbeeld hiervan is de Samenwerkwijze in gemeente Oss.

André: “Het is bekend dat gemeenten de uitwisseling van gegevens al wel doen, en ervan uitgaan dat dit mag als er toestemming is van de cliënt.”

Suzanne: “Er zijn een paar gemeenten die goed kijken waar nu wel al ruimte zit. Medewerkers van gemeenten mogen in het kader van hun taak onder voorwaarden wel gegevens aan derden verstrekken. En toestemming van de cliënt wordt ook gebruikt als wettelijke grondslag waar dat kan. Maar er zitten grenzen aan wat nu kan, zoals bijvoorbeeld het (medisch) beroepsgeheim.”

Suzanne Gordijn, senior juridisch beleidsmedewerker Jeugd bij Ministerie VWS
Suzanne Gordijn, senior juridisch beleidsmedewerker Jeugd bij Ministerie VWS

“Terecht dat de lat hoog ligt, want cliënten moeten kunnen vertrouwen dat hun gegevens geheim blijven.”

Het medisch beroepsgeheim kan toch al worden doorbroken? 

Susan: “Dat klopt. In specifieke gevallen en in overmachtssituaties mag je het beroepsgeheim doorbreken. Maar die lat ligt erg hoog en veel gemeenten lopen hierin vast. Terecht dat de lat hoog ligt, want cliënten moeten erop kunnen vertrouwen dat hun gegevens geheim blijven.”

De openbare geestelijke gezondheidszorg (OGGZ) krijgt met de WAMS ook een plek in de wet. Is dat een belangrijke reparatie?

André: “Jazeker. In de oude Wmo uit 2007 was een prestatieveld voor publieke ggz opgenomen als taak voor de gemeente. Hier viel ook de oggz onder. Met de nieuwe Wmo uit 2015 kwamen deze prestatievelden te vervallen, en kwamen er tegelijkertijd nieuwe taken bij voor gemeenten, zoals begeleiding en beschermd wonen. Sinds de oggz niet meer expliciet in de wet staat, is de discussie geopend wie voor de oggz verantwoordelijk is. Die discussie ontstaat blijkbaar als het niet in de wet staat.”

Suzanne: “Bij de voorbereiding van de WAMS kwam steeds de vraag terug om de oggz weer expliciet een plek te geven. De roep was zo groot dat we het gedaan hebben.”

Wat is de kern van de wet?

Suzanne: “We hopen dat het meer uitvoerbaar wordt om tot integrale aanpak te komen bij casuïstiek waar sprake is van meervoudige problematiek door dat obstakel van gegevensuitwisseling weg te nemen. We hebben daarbij geprobeerd om in de wet een balans te zoeken: niet te weinig vastleggen, en niet te veel.”

André: “In de uitvoering van een integrale aanpak bij meervoudige problematiek is er bijvoorbeeld veel discussie in de uitvoering  over de vraag: wie heeft de regie? Met de wet geven we nu een kader hoe je dat op een zorgvuldige manier doet. In de WAMS is namelijk een coördinator opgenomen, met als taak om te monitoren hoe het gaat met de gecoördineerde aanpak, en of bijstelling nodig is. Dat kan een iemand zijn van de gemeente, of van een andere partij. Die persoon kun je als gemeente dan ook de nodige bevoegdheden geven.”

André Schoorl, senior adviseur Ministerie VWS
André Schoorl, senior adviseur Ministerie VWS

“In de WAMS is een coördinator opgenomen, met als taak om te monitoren hoe het gaat met de gecoördineerde aanpak, en of bijstelling nodig is.”

De Raad van State is kritisch op de wet. Hoe kijken jullie naar dat advies?

André: “De Raad vindt dat we te ver gaan, doordat de wet niet alleen het wat voorschrijft, maar ook het hoe.”

Suzanne: “Daarin verschillen wij echt van mening met de Raad van State. Wij vinden dat de AVG meer vraagt dan alleen een wettelijke grondslag voor gegevensdeling, maar ook een aantal waarborgen. We zien ook dat er veel handelingsverlegenheid is bij professionals. We willen hen handvatten geven om hun werk te kunnen doen, zonder het helemaal dicht te spijkeren. Eerst hadden we bijvoorbeeld nog een werkplan opgenomen in de wet. Maar dat wekte verwarring. Daarom hebben we het er weer uit gehaald. Wat er wel in staat: als er domein overstijgend wordt gewerkt, dan is het niet meer dan netjes dat je als cliënt teruggekoppeld krijgt wat er uit een overleg komt, en wat de vervolgstappen zijn. Hoe die terugkoppeling plaatsvindt, de vorm, is vrij aan gemeenten om in te vullen.”

Kunnen jullie beschrijven voor welke cliënten het de bedoeling is dat gemeenten straks een onderzoek uitvoeren conform de WAMS?

Suzanne: “Het gaat om een diverse groep. Aan de ene kant betreft het hele zelfredzame gezinnen met meervoudige problematiek. Bijvoorbeeld een gezin waarin meerdere leden van het gezin te kampen hebben met een medische zorgvraag of beperking en waarbij naast aanpassingen in het huis, ook oplossingen nodig zijn voor de ondersteuning op school en waar de hulp voor de gezinsleden op elkaar moet worden afgestemd. Deze mensen kunnen veel zelf regelen, maar het is veel wat er geregeld moet worden, en het is ingewikkeld doordat bijvoorbeeld de nodige voorzieningen in verschillende wetten zijn belegd. Het idee is dat er één plan komt voor dit gezin, en dat als alle nodige voorzieningen eenmaal zijn toegekend, ze het zelf weer af kunnen.”

André: “Vanuit het perspectief van zo’n gezin is het achterliggende idee van de WAMS dat het goed is als er meer informatie wordt gedeeld. Want de klacht is dat er veel hulpverleners over de vloer komen, terwijl het niet nodig is.”

Suzanne: “Aan de andere kant is er een groep met ernstige meervoudige problematiek. Denk bijvoorbeeld aan iemand waarbij huisuitzetting dreigt, die met met een gecoördineerde aanpak naar alle waarschijnlijkheid kan worden voorkomen. Het onderzoek dat de WAMS voorschrijft, wordt dan gestart na een aanvraag van een professional.”

Wie bepaalt straks bij de gemeente of een casus voldoet aan de WAMS?

Suzanne: “Dat is niet vastgelegd in de wet. Het kan een ambtenaar zijn bij de toegang, of iemand vanuit wijkteam die vanuit een (zorg)aanbieder werkzaam is, of iemand anders.”

Suzanne Gordijn
Suzanne Gordijn

“We zien ook dat er veel handelingsverlegenheid is bij professionals. We willen hen handvatten geven om hun werk te kunnen doen, zonder het helemaal dicht te spijkeren.”

Maken jullie je zorgen over de rechtsbescherming van burgers?

André: “In principe gebeurt gegevensuitwisseling nog steeds in overleg met de cliënt. En als professionals daar overheen gaan, dan is nog steeds het uitgangspunt dat de cliënt wordt betrokken. In het implementatietraject is het belangrijk om gemeenten goed te trainen in de stappen die gezet moeten worden. Maar gemeenten werken ook nu al met gevoelige gegevens, het is niet nieuw. En er is toezicht, de bewaker van gegevensbescherming.”

Suzanne: “Rechtsbescherming van burgers blijft wel een punt van zorg. In theorie is er rechtsbescherming, maar in de praktijk gaat het soms anders. We willen daarom continue een vinger aan de pols houden straks: loopt de uitvoering zoals we hadden gedacht?”

Worden – net als bij de doelgroep oggz – alleen partijen aan tafel gevraagd voor het onderzoek, voor wie de informatie over de casus op dat moment relevant is?

Suzanne: “Het idee is een casusoverleg op maat. Het is dus niet standaard dat alle partijen die betrokken zijn, ook aan tafel zitten. Maar aan het begin heb je misschien niet helemaal scherp wie wat kan doen. Als een probleem diffuus is, laat het wetsvoorstel ruimte om het breed te verkennen. En wat ook meespeelt is dat mensen sommige dingen heel privé vinden. Dan is het niet zinvol om een breed overleg te organiseren.”

Het wetsvoorstel is naar de kamer. Hoe verloopt het proces nu verder?

André: “Het is een standaard wetgevingstraject. Het wetsvoorstel is nu ingediend bij de Tweede Kamer. Eerder heeft een openbare internetconsultatie plaatsgevonden en is het wetsvoorstel actief onder de aandacht gebracht bij koepels, aanbieders en belangenorganisaties. De beoogde inwerkingtreding van 1 januari 2024, wordt inmiddels later.”

Suzanne: “De reacties op de internetconsultatie waren heel gevarieerd. Cliënten die hun verhaal nu veel moeten herhalen zijn blij, want dat wordt straks veel minder als het goed is. Tegelijkertijd zien we dat het vertrouwen in overheid wankel is op dit moment. Het idee leeft toch ook dat diezelfde overheid nu meer mogelijkheden krijgt om met cliëntgegevens aan de slag te gaan.”

Tot slot, wat was de reactie van gemeenten?

André: “Gemeenten zitten hier op te wachten. Het is typisch een wet die voortkomt uit de behoefte van gemeenten en professionals.”

Suzanne: “De interesse is groot merken we. Er leven nog wel veel vragen natuurlijk. Bijvoorbeeld: hoe zorgen we dat ons personeel er klaar voor is? Wat moeten we nog doen in de voorbereiding? Maar het vuurtje is aangewakkerd.”

Meer weten over de WAMS?

Bel of mail dan met Christel Scholten of Lotte Hogeboom, ze staan je graag te woord.