Stedelijke cultuurregio’s

Sinds 2018 kent Nederland 15 stedelijke cultuurregio’s. Binnen die regio’s wordt cultuurbeleid afgestemd en samengewerkt aan het versterken van de culturele infrastructuur. In opdracht van het ministerie van OCW onderzocht DSP-groep de ontwikkeling van de regio’s tot nu toe en formuleerde scenario’s voor de toekomst ervan.

De stedelijke culturele regio kwam tot stand na een advies van de Raad voor Cultuur uit 2017. In zijn advies merkte de Raad de schaal van een stedelijke regio aan als belangrijkste schaalgrootte in het cultuurbestel. Op die schaal functioneert volgens de Raad een cultureel ecosysteem van top-, keten- en basisvoorzieningen, makers en publiek. Ook kunnen op die schaal geldstromen en beleid tussen samenwerkende gemeenten, provincies en rijksoverheid effectief en efficiënt worden ingezet.

In 2018 nodigde de minister van OCW gemeenten en provincies uit om te komen tot stedelijke cultuurregio’s. Dit resulteerde in de totstandkoming van 15 zeer uiteenlopende regio’s. De omvang verschilde, variërend van twee gemeenten tot meerdere provincies. Maar ook de intensiteit van de samenwerking en de betrokkenheid van provincie varieerden.

Tijdlijn: mijlpalen in ontwikkeling Stedelijke cultuurregio’s

stedelijke cultuurregio's

Verbetering, maar niet overal

In het merendeel van de stedelijke regio’s is de samenwerking tussen de betrokken overheden verbeterd en heeft de regiovorming geleid tot het afstemmen van de coronasteun en een versterking van de culturele sector. Tegelijkertijd is dit lang niet in alle regio’s het geval.

Cultuur staat door de samenwerking in meer regio’s nadrukkelijk op de politieke agenda en is minder afhankelijk van de inzet van een enkele wethouder of gedeputeerde. Ook is cultuur meer ingebed in bredere maatschappelijke of economische agenda’s.

Doelen en status stedelijke regio

De betrokken gemeenten en provincies hebben behoefte aan duidelijkheid over de doelen en de status van de stedelijke regio. Dat was een van de bevindingen uit het onderzoek. DSP ziet een meerwaarde in de stedelijke regio’s voor:

  1. Versterking van de culturele samenhangende infrastructuur (basis en keten en top, inclusief het potentiële publiek en bezoekersstromen) in de betreffende regio.
  2. Afstemming (stroomlijnen) van beleid en instrumenten tussen de in de regio samenwerkende overheden (als voorwaarde voor 1).
  3. Afstemming tussen de ontwikkelingen in de regio en het rijksbeleid.

Aandachtspunten DSP

Enkele aandachtspunten die DSP meegeeft zijn:

  • Knelpunt in de afgelopen periode zijn de gemeenten (soms in regionaal verband) die buiten de stedelijke regio’s vallen. Zij staan buiten de informatie-uitwisseling en kunnen niet participeren in proeftuinen of programma’s. Dit dient opgelost te worden; alle gemeenten die mee willen doen, moeten mee kunnen doen binnen de systematiek van de stedelijke regio’s. Hier ligt een taak voor provincies en de huidige regio’s in die provincies.
  • Een regionale schaal die samenvalt met een of meer provincies met daarbij een stimulerende en ondersteunende rol van die provincie(s) lijkt effectief te zijn.
  • Het ministerie van OCW dient in het vervolg van de stedelijke regio’s meer regie en verantwoordelijkheid te pakken in het formuleren van de doelen en aangeven wat voor het rijk wel en niet mogelijk is.
  • Provincies kunnen een nadrukkelijkere rol krijgen als verbindende partij, tussen de gemeenten in een regio, tussen regio’s binnen een provincie, door het betrekken van gemeenten die geen onderdeel uitmaken van een regio en door het organiseren van kennisuitwisseling tussen gemeenten

Meer weten over de stedelijke cultuurregio's?

Neem dan contact op met Ronald Nijboer, Annelies van der Horst of Mensje van Puffelen, ze staan je graag te woord.