Aanleiding

De kans op mishandeling en misbruik is bij kwetsbare personen relatief groot. Ongeveer een op de twintig 65-plussers krijgt ooit te maken met ouderenmishandeling. Daarnaast blijkt dat mensen met een licht verstandelijke beperking (lvb) vaker slachtoffer zijn van seksueel misbruik dan mensen zonder een dergelijke beperking. Ongeveer zes op de tien vrouwen en twee op de tien mannen met een verstandelijke beperking zijn slachtoffer. Het is niet ondenkbaar dat deze overrepresentatie op het gebied van slachtofferschap ook geldt voor andere groepen die aangemerkt worden als ‘kwetsbaar’. Onderzoek daarnaar is echter schaars. Binnen het FMEK programma is in 2019 besloten om te onderzoeken of de scope van het programma kan worden verruimd naar de doelgroep ‘kwetsbare personen’. In opdracht van GGD GHOR Nederland heeft DSP-onderzoek uitgevoerd dat de volgende drieledige doelstelling kende:

  • Vaststellen welke groepen – naast kinderen – binnen het kader van de forensisch medische expertise nog meer aangemerkt moeten worden als ‘kwetsbaar’.
  • Nagaan in hoeverre voor deze groep (aanvullende) regionale forensisch medische expertise van toegevoegde waarde is.
  • Nagaan hoe deze gewenste expertise het beste (regionaal) georganiseerd kan worden.

Onvermogen om letsel te duiden

Uit het onderzoek blijkt dat kwetsbaarheid binnen de context van de forensisch medische expertise opgevat moet worden als het onvermogen van de persoon om diens lichamelijk letsel en/of tekenen van seksueel misbruik zelf naar waarheid te kunnen verklaren en duiden. Dit kan het gevolg zijn van cognitieve beperkingen, waardoor de persoon zich onvoldoende mondeling uitdrukt of onvoldoende besef heeft dat hetgeen hem of haar is aangedaan niet acceptabel of zelfs strafbaar is. Daarnaast kan het onvermogen het letsel te duiden het gevolg zijn van grote afhankelijk van het slachtoffer van de dader. Een melding van mishandeling of misbruik heeft daardoor direct ingrijpende sociale gevolgen voor het slachtoffer.

Kwetsbare groepen

Op basis van de input uit het veld concluderen we dat binnen bepaalde groepen vaker sprake is van kwetsbaarheid. Ouderen en mensen met een (licht) verstandelijke beperking worden vrijwel altijd genoemd als groepen die bovengemiddeld vaak kwetsbaar zijn. Andere groepen die binnen het onderzoek genoemd werden, betreffen mensen met een migratie-achtergrond, verslaafden, personen met psychische/psychiatrische stoornissen, dak- en thuislozen, religieuze groeperingen met gesloten karakter, ex-gedetineerden en personen in elke vorm van gesloten opnamesetting.

Wel of geen specialisatie?

Uit het onderzoek blijkt verder dat verschillende groepen ‘kwetsbare personen’ gebaat kunnen zijn bij specifieke somatische kennis en/of bejegeningsvaardigheden. Maar het is niet voor alle stakeholders een uitgemaakte zaak dat deze aanvullende kennis en vaardigheden voor specifieke groepen kwetsbare personen een aparte FMEKK specialisatie rechtvaardigen. Voor degene die geen heil zien in een aparte specialisatie is een regionaal aanbod van FMEKK sowieso niet gewenst. Degenen die van mening zijn dat bepaalde groepen kwetsbare personen (bijvoorbeeld ouderen) wel degelijk een specialisatie rechtvaardigen, vinden in theorie een regionaal aanbod van FMEKK wenselijk. Tegelijkertijd achten zij een landelijk dekkend regionaal FMEKK-aanbod op dit moment (nog) geen haalbare kaart. De verschillende groepen kwetsbare personen vragen steeds aparte specifieke expertises en dat zou betekenen dat er per regio, onder de noemer van FMEKK, meerdere specialisaties zouden moeten worden aangeboden. Daarbij is het de vraag of voor deze aparte FMEKK-specialisaties wel op jaarbasis voldoende zaakaanbod is om aan kwaliteitsnorm te voldoen dat per arts/verpleegkundige een minimaal aantal zaken worden onderzocht.

Methode onderzoek

De onderzoeksvragen zijn beantwoord op basis van (groeps)interviews en een enquête. De belangrijkste opbrengsten zijn samengevat in een discussion paper en besproken in een expertmeeting. Ten slotte is aan de hand van een groepsgesprek met forensisch professionals en een afvaardiging van de projectgroep Kwaliteitseisen en Deskundigheidsbevordering FMEK vastgesteld welke extra vaardigheden en inhoudelijke kennis forensisch artsen en verpleegkundigen nodig hebben voor forensisch medisch onderzoek bij kwetsbare groepen.

Lees ook: Forensisch-medische expertise bij kindermishandeling (FMEK)

Meer weten over het onderzoek naar FMEKK?

Bel of mail dan met de onderzoekers Oberon Nauta, Mensje van Puffelen, Maud Pluijm, Wendy Buysse of Tjisse Bosch. Zij vertellen je er graag meer over.